Interview | Maaike Graaff
Geïnspireerd door gesprekken met kloosterlingen probeert tv-presentator Leo Fijen een aandacht voor het spirituele terug te brengen in het dagelijks leven. “Misschien had ik toch theologie moeten studeren.”
Leo Fijen weet heel goed wat hij wil zeggen. “Ik heb nog even twee andere boeken meegenomen”, begint hij zonder startschot het gesprek. “Het boek dat mij het meest dierbaar is, is dat boek. Het heeft net een nieuwe cover.” Hij wijst naar De reis van je hoofd naar je hart, uit 2004. “En dit boek komt binnenkort uit: Het jaar dat mijn vader stierf.” Het boek bevat 35 briefwisselingen met Anselm Grün, volgens Fijen een ‘engel’ die op zijn pad gestuurd is. “Dat deze man mij al gestuurd was, was het beste wat me overkwam dit jaar. Ik leerde hem twee jaar geleden kennen. Na een tijdje maakten we de afspraak elkaar om de tien dagen een brief te schrijven. Wat ik toen nog niet wist, was dat mijn vader zou sterven. Ik had nu bijna anoniem iemand aan wie ik mijn diepste zielenroerselen kon toevertrouwen. Mijn vragen, mijn boosheid en mijn verdriet kon ik bij hem kwijt. Er staan veel rijke dingen in dat boek.”
Maandagavond 19 november kwam de tv-presentator van het RKK-programma Kruispunt naar Groningen om te praten over zijn serie gesprekken met kloosterlingen. Een serie gesprekken die, uitgezonden op televisie en opgeschreven in het boek Hoe word ik gelukkig?, niet alleen kijkers inspireerden, maar ook de presentator zelf. “Geluk is niet met je handen tot de hemel rijken, geluk is niet maakbaar: geluk is, volgens mij, zo leven dat je dicht bij jezelf bent. Als je dat kunt doen, als je altijd in harmonie en vrede bent - en daar heb je heel veel voor nodig - dan kun je gelukkig zijn in het ongeluk.” Toch gaat het boek niet alleen maar over geluk. De gesprekken gaan vaker over religieuze ervaringen, waar ‘geluk’ een ‘veel te klein woord’ voor is, zoals een van de monniken zegt. Fijen: “Ja, het is een commerciële titel. Die heb ik bewust gekozen, omdat iedereen destijds op zoek was naar geluk. Ik vond het toen een mooie titel, maar hij dekt inderdaad niet de lading. Het woord ‘geluk’ suggereert een soort maakbaarheid die er niet is. Het is juist die weg kiezen die je niet van plan was te gaan.”
Altaartje op zolder
In het vroege leven van Fijen (1955) was religie vanzelfsprekend. “Ik ben opgegroeid in Halfweg, een klein plaatsje tussen Amsterdam en Haarlem. Aan de ene kant van ons huis woonden mijn ene opa en oma, aan de andere kant mijn andere opa en oma, achter ons lag de school en schuin achter ons lag de kerk. Het was een totaal overzichtelijk leven, ook toen ik rond mijn achtste naar Haarlem verhuisde. In Nederland gebeurde er toen al van alles, maar ik zat nog in een stroom waarin katholiek zijn geheel vanzelfsprekend was.” Fijen werd dan ook al snel misdienaar, en leidde misdienaren op. “Ik had een klein altaartje op zolder. Daar leerde ik ze wat ze moesten doen, legde ik uit hoe het allemaal ging. Het theater van dat altaar en alle versierselen erbij vond ik geweldig.” Priester worden was echter nooit zijn ambitie. “Als kind wist ik al dat ik vrouwen ook heel mooi vond.”
...
Het gehele artikel is alleen te lezen in de papieren editie van Intensief Magazine. Abonnee worden?
Ik ben een naieve gelovige