Gevlogen - Jasper Keus
Even iets heel anders doen, afstuderen, naar het buitenland, of gaan werken - er zijn verschillende mogelijkheden om (tijdelijk) met iets anders bezig te zijn dan studeren. Dat kan een hele omschakeling zijn. In Gevlogen vertellen (oud)studenten hoe zij deze overgang ervaren. Waarom hebben ze voor verandering gekozen, wat vinden ze moeilijk en wat inspireert ze? Deze maand: Jasper Keus vanuit Taizé. “Het leven hier is natuurlijk niet alleen maar blijdschap en halleluja.”
In september vorig jaar heb ik mijn studie filosofie onderbroken om voor een tijd naar Taizé te gaan. Taizé is een oecumenische gemeenschap van broeders die jongeren uit de hele wereld verwelkomen. Nu zijn er zo'n 100 gasten per week, in de zomer en met pasen zijn er soms 6000. Ik help hier mee met de ontvangst van deze gasten. 'Helpen in de ontvangst' moet in de breedst mogelijke betekenis worden opgevat. Dit kan ook betekenen: tenten opbouwen, schoonmaken, post versturen, enzovoorts
Op zich beviel het studentenleven in Groningen me prima. Ik leerde op eigen benen te staan, het was goed voor mijn sociale vaardigheden en ik heb veel leuke dingen naast mijn studie gedaan. Toch was het voor mij een pijnlijk eenzijdig bestaan. Mijn studie filosofie was bijzonder interessant, maar toch leer je aan vaardigheden weinig meer dan een boekje lezen en een stukje schrijven. Door het GSp heb ik mensen ontmoet met wie ik over diepere zaken kon praten en die met dezelfde vragen en raadsels worstelden. Het gat tussen mijn leven en het leven dat ik wilde leiden, bleef echter groot en het lukte mij niet de stappen te zetten die ik wilde zetten.
Er zijn natuurlijk veel mogelijkheden om er een jaar tussenuit te gaan. Uiteindelijk heb ik voor Taizé gekozen omdat ik hier vind wat ik in het leven in Groningen zo mis: een diepe verbintenis tussen mijn geloofsleven en de rest van mijn leven. Hier heb ik niet het idee dat ik in de kerk dichter bij God ben dan als ik werk of als ik in stilte eet met de andere jongens die langer blijven. Natuurlijk zou hetzelfde kunnen gelden voor een studentenleven in Groningen. Ik geloof niet dat God dichterbij een monnik of broeder is dan bij de rest van zijn mensen. Toch is er veel vertrouwen voor nodig om dat ook zo te ervaren.
Het leven hier is natuurlijk niet alleen maar blijdschap en halleluja. Ik mis degenen van wie ik houd in Nederland en het is geen prettige gedachte dat je mensen pijn doet met jouw keuze om een tijd iets anders te gaan doen. Voor de rest mis ik bijzonder weinig. Ik zou geen nee zeggen tegen een bank, een lekker glas bier en een goede zelfgekookte maaltijd. Toch weet ik dat het eenvoudige leven hier in Taizé, een kamer met bed en tafel, geen televisie of radio en weinig ander vertier dan een goed boek of een stevige wandeling, mij op dit moment meer voldoening geeft dan de, blijkbaar overbodige, luxe in Groningen.
“Wil je dan ook broeder worden?”, is een vraag die mensen onvermijdelijk stellen als je langere tijd in Taizé blijft. Het is een heel begrijpelijke, maar ook een vreemde vraag. Alsof broeder worden een stap in je carrière is; als je op de kappersopleiding zit, word je kapper, dus als je langer in Taizé bent, zul je wel broeder willen worden. Ik geloof niet dat iemand die een monastiek leven leidt het idee heeft dat hij of zij er voor kiest. Als je niet echt het idee hebt dat God je roept voor zo'n leven, houd je het volgens mij niet vol.
In ieder geval zie ik steeds meer de zin, de schoonheid en ook de noodzaak in van monastieke gemeenschappen in onze maatschappij. Niet alleen als plaatsen van rust waar gehaaste mensen uit de stad zich voor een week kunnen bezinnen. Maar bovenal om een gelijkenis van een gemeenschap te vormen. Want hoe geloofwaardig is het christendom nog als er niemand meer is die er alles voor over heeft? Hoe geloofwaardig is het als het christendom een soort hobby van een elite wordt: de een golft, de ander verzamelt postzegels, en een derde gaat op zondag naar de kerk. Als je hier langer bent, krijg je vanzelf meer inzicht in je roeping. Dat inzicht geeft vertrouwen, in een leven in Taizé of bijvoorbeeld in Groningen.
Meer dan een plaats voor rust