Zoeken & vinden / Jonatan Bartling
In de geheimzinnige wereld van wicca, of moderne hekserij gaat Intensief Magazine deze maand in gesprek met Joke Lankester, hogepriesteres van een Utrechtse heksencoven.
Lankester bestempelt zichzelf als een huis-, tuin- en keukenheks en spreekt verbazingwekkend nuchter over de natuurreligie die voor velen een aan het oog onttrokken mysterie blijft. “Als kind was ik al in contact met de Godin, alleen wist ik nog niet dat zij het was. Ik vond haar vaak in de natuur, als ik het moeilijk had.” Lankester’s zoektocht naar het hogere leidde haar langs vele wegen. In haar tienertijd zocht ze het bij het christendom (te Latijns, te streng of te extatisch), het boeddhisme en het hindoeïsme (in die tijd vrij ontoegankelijk) en de theosofie (te mentaal en teveel regels).
Zo een 25 jaar geleden kwam ik aanraking met wicca. Er gebeurde toen zoveel achter elkaar in mijn leven waarvan ik de betekenis inzag: ik kreeg boeken, beelden, symbolen in handen, de godin verscheen in mijn dromen; ik kon er niet om heen. Jung noemt dat Betekenisvolle synchroniciteit. Toen ik de keuze voor mijn pad had gemaakt, ging het balletje rollen. Mijn man en ik zijn toen opgeleid tot heksen, ingewijd en hebben een paar jaar later een eigen groep (heksencoven) opgericht.”
In de geheimzinnige wereld van wicca, of moderne hekserij gaat Intensief Magazine deze maand in gesprek met Joke Lankester, hogepriesteres van een Utrechtse heksencoven.
Lankester bestempelt zichzelf als een huis-, tuin- en keukenheks en spreekt verbazingwekkend nuchter over de natuurreligie die voor velen een aan het oog onttrokken mysterie blijft. “Als kind was ik al in contact met de Godin, alleen wist ik nog niet dat zij het was. Ik vond haar vaak in de natuur, als ik het moeilijk had.” Lankester’s zoektocht naar het hogere leidde haar langs vele wegen. In haar tienertijd zocht ze het bij het christendom (te Latijns, te streng of te extatisch), het boeddhisme en het hindoeïsme (in die tijd vrij ontoegankelijk) en de theosofie (te mentaal en teveel regels).
Zo een 25 jaar geleden kwam ik aanraking met wicca. Er gebeurde toen zoveel achter elkaar in mijn leven waarvan ik de betekenis inzag: ik kreeg boeken, beelden, symbolen in handen, de godin verscheen in mijn dromen; ik kon er niet om heen. Jung noemt dat Betekenisvolle synchroniciteit. Toen ik de keuze voor mijn pad had gemaakt, ging het balletje rollen. Mijn man en ik zijn toen opgeleid tot heksen, ingewijd en hebben een paar jaar later een eigen groep (heksencoven) opgericht.”
Die ene regel
In de hekserij vindt Lankester de ruimte die zij nodig heeft. “Ik denk dat het een fout van de mens is om altijd alles vast te willen leggen en in vaste vormen te willen gieten. Ook in de hekserij, bijvoorbeeld op fora, zijn velen daar mee bezig, maar ik hou er niet zo van. Wicca's hebben geen heilige boeken, dogma's of stenen tempels nodig. De aarde is ons boek en onze tempel is de cirkel die we zelf creëren. Een leefregel waar je echter wel bij stil moet staan is het centrale principe in de hekserij: doe wat je wilt, mits het niemand schaadt. Dat lijkt heel erg ruim te zijn, maar als je er goed over nadenkt, kan je mensen en dieren in je omgeving heel makkelijk schaden. Wij gaan ervan uit dat alles bezield is, dat ieder levend wezen, mens, dier of plant een vonkje van het goddelijke in zich heeft. Dat geldt ook voor jezelf, doe jezelf dus geen kwaad aan en leef zo gezond mogelijk.”
In de hekserij vindt Lankester de ruimte die zij nodig heeft. “Ik denk dat het een fout van de mens is om altijd alles vast te willen leggen en in vaste vormen te willen gieten. Ook in de hekserij, bijvoorbeeld op fora, zijn velen daar mee bezig, maar ik hou er niet zo van. Wicca's hebben geen heilige boeken, dogma's of stenen tempels nodig. De aarde is ons boek en onze tempel is de cirkel die we zelf creëren. Een leefregel waar je echter wel bij stil moet staan is het centrale principe in de hekserij: doe wat je wilt, mits het niemand schaadt. Dat lijkt heel erg ruim te zijn, maar als je er goed over nadenkt, kan je mensen en dieren in je omgeving heel makkelijk schaden. Wij gaan ervan uit dat alles bezield is, dat ieder levend wezen, mens, dier of plant een vonkje van het goddelijke in zich heeft. Dat geldt ook voor jezelf, doe jezelf dus geen kwaad aan en leef zo gezond mogelijk.”
Ze grinnikt. “Natuurlijk zijn wij geen heiligen. Het lukt
ook ons niet altijd, maar het zijn wel dingen waar je aan denkt als je handelt:
zal je nu wel mee doen aan die roddelpartij, of voordringen bij de bakker.” Het
leidend beginsel geldt ook voor het beoefenen van magie; je mag niet tegen de
vrije wil van een ander ingaan en daarom moet je goed nadenken wie of wat er
betrokken is bij een bepaalde situatie. Zo worden op fora bijvoorbeeld wel eens
oproepen gedaan: daar is een natuurramp gaande, kunnen we daar niet iets aan
doen? Die oproep wordt dan onmiddellijk gevolgd door een geweldige discussie
over de voor- en tegenargumenten. Als je je met zulke grote dingen gaat
bemoeien kan je de consequenties vaak niet overzien. Het is iets anders dan een
kat terugroepen. Over zulke ethische aspecten moet je nadenken.”
Gedachtekracht
“Magie is veel subtieler dan je zou denken, het is geen sensationele bezigheid met paarse vonken en groene rook, maar het gebruik van je wil en van de krachten buiten jou, de wil van de god en de godin om iets ten goede te veranderen. Gedachtekracht is dus het belangrijkst, de rest is als het ware bijzaak. Je kan een ceremoniële cirkel met een magisch zwaard trekken, maar het kan ook gewoon met je wijsvinger. Ik geloof overigens wel dat bepaalde attributen kracht kunnen bezitten -in de kosmos opgepikt of meegegeven door iemand anders- maar de objecten zijn altijd ondergeschikt aan de kracht van degene die ze gebruikt, de meester. Attributen die je gebruikt in de magie, moet je dan ook altijd reinigen van eventuele kwade wil of een andere wil dan de jouwe. Dat gebeurt met water, het reinigende element en met de mentale voorstelling dat het zo zal zijn.”
“Magie is veel subtieler dan je zou denken, het is geen sensationele bezigheid met paarse vonken en groene rook, maar het gebruik van je wil en van de krachten buiten jou, de wil van de god en de godin om iets ten goede te veranderen. Gedachtekracht is dus het belangrijkst, de rest is als het ware bijzaak. Je kan een ceremoniële cirkel met een magisch zwaard trekken, maar het kan ook gewoon met je wijsvinger. Ik geloof overigens wel dat bepaalde attributen kracht kunnen bezitten -in de kosmos opgepikt of meegegeven door iemand anders- maar de objecten zijn altijd ondergeschikt aan de kracht van degene die ze gebruikt, de meester. Attributen die je gebruikt in de magie, moet je dan ook altijd reinigen van eventuele kwade wil of een andere wil dan de jouwe. Dat gebeurt met water, het reinigende element en met de mentale voorstelling dat het zo zal zijn.”
Abracadabra
“ Je kan je wil ook kracht bijzetten door het gebruiken van spreuken. Woorden werken –vraag me niet hoe- en daar is de kracht van spreuken op gebaseerd. Een goede spreuk is kort en ritmisch en bevat krachtige woorden. Wij vinden dat je spreuken zelf moet verzinnen, juist omdat het om jouw probleem en om jouw wil gaat. Gemakkelijk is dat echter niet; in onze groep zitten we soms uren te puzzelen. Als iemand uit onze groep bijvoorbeeld een erg zieke familielid of vriend heeft, kan hij, na overleg, een sieraad of een steen meenemen, die wij opladen met de kracht van de groep, zodat die persoon de komende tijd beter kan doorstaan. We gebruiken dan een spreuk die we op dat moment maken en met onze gedachten om diegene vrolijk badend in het zonlicht te zien dansen, laden we de steen op. Die wordt dan aan die persoon gegeven, een opgeladen kaars wordt gebrand. Voor zulke magie kun je gewoon met zijn allen gaan zitten en je voorstellen dat je de energie die er is, die steen instuurt. De meeste rituelen, tekenen, vuur en dergelijke zijn van ondergeschikt belang. Die hebben de meeste van ons, getrainde heksen, niet nodig.”
“ Je kan je wil ook kracht bijzetten door het gebruiken van spreuken. Woorden werken –vraag me niet hoe- en daar is de kracht van spreuken op gebaseerd. Een goede spreuk is kort en ritmisch en bevat krachtige woorden. Wij vinden dat je spreuken zelf moet verzinnen, juist omdat het om jouw probleem en om jouw wil gaat. Gemakkelijk is dat echter niet; in onze groep zitten we soms uren te puzzelen. Als iemand uit onze groep bijvoorbeeld een erg zieke familielid of vriend heeft, kan hij, na overleg, een sieraad of een steen meenemen, die wij opladen met de kracht van de groep, zodat die persoon de komende tijd beter kan doorstaan. We gebruiken dan een spreuk die we op dat moment maken en met onze gedachten om diegene vrolijk badend in het zonlicht te zien dansen, laden we de steen op. Die wordt dan aan die persoon gegeven, een opgeladen kaars wordt gebrand. Voor zulke magie kun je gewoon met zijn allen gaan zitten en je voorstellen dat je de energie die er is, die steen instuurt. De meeste rituelen, tekenen, vuur en dergelijke zijn van ondergeschikt belang. Die hebben de meeste van ons, getrainde heksen, niet nodig.”
De Godin
Naast eigen kracht, is er echter wel degelijk een geestelijke dimensie verbonden aan de wereld, aldus Lankester. “Je kunt daarmee in contact komen door middel van meditatie of visualisatie, maar je moet er vooral voor openstaan. Dan kan een stukje van de onzichtbare wereld bij je binnendringen, in een flits van inspiratie, in een idee. Hoewel een eigen invulling van het goddelijke goed in wicca past, is voor heksen de moedergodin een geestelijke realiteit. Zij wordt zichtbaar in de aarde en in de maan.
Een belangrijk aspect van het heks-zijn is dan ook - het nuchtere motto ‘samen is gezelliger dan alleen’ indachtig- het vieren van de traditionele, later veelal gekerstende- zaai- en oogstfeesten en de maanfeesten. Zo wordt uitdrukking gegeven aan de verbondenheid met de aarde, met de natuur en de maan. Het mannelijke is vertegenwoordigd in de vegetatiegod, die (in de natuur) telkens weer bevrucht, sterft en wedergeboren wordt. Hij is dus haar zoon, haar minnaar, alles tegelijk. Wij zijn niet afhankelijk van de Godin en de God in de zin dat ze ons persoonlijke leven bestieren, daar ben je zelf verantwoordelijk voor. De steun die je hebt, is haar liefde voor alles wat leeft en zijn goddelijke kracht om die liefde altijd weer nieuw leven in te blazen. Als je die kracht in jezelf kunt vinden, maakt het niet uit of je voor het heksenpad kiest of niet. Kies je eigen pad en onthoud die ene regel.”
Naast eigen kracht, is er echter wel degelijk een geestelijke dimensie verbonden aan de wereld, aldus Lankester. “Je kunt daarmee in contact komen door middel van meditatie of visualisatie, maar je moet er vooral voor openstaan. Dan kan een stukje van de onzichtbare wereld bij je binnendringen, in een flits van inspiratie, in een idee. Hoewel een eigen invulling van het goddelijke goed in wicca past, is voor heksen de moedergodin een geestelijke realiteit. Zij wordt zichtbaar in de aarde en in de maan.
Een belangrijk aspect van het heks-zijn is dan ook - het nuchtere motto ‘samen is gezelliger dan alleen’ indachtig- het vieren van de traditionele, later veelal gekerstende- zaai- en oogstfeesten en de maanfeesten. Zo wordt uitdrukking gegeven aan de verbondenheid met de aarde, met de natuur en de maan. Het mannelijke is vertegenwoordigd in de vegetatiegod, die (in de natuur) telkens weer bevrucht, sterft en wedergeboren wordt. Hij is dus haar zoon, haar minnaar, alles tegelijk. Wij zijn niet afhankelijk van de Godin en de God in de zin dat ze ons persoonlijke leven bestieren, daar ben je zelf verantwoordelijk voor. De steun die je hebt, is haar liefde voor alles wat leeft en zijn goddelijke kracht om die liefde altijd weer nieuw leven in te blazen. Als je die kracht in jezelf kunt vinden, maakt het niet uit of je voor het heksenpad kiest of niet. Kies je eigen pad en onthoud die ene regel.”